Als af en toe fietsen niet genoeg is

Zowel de overheid als ook steeds meer werkgevers stimuleren fietsen naar het werk. Ze bieden fietsregelingen aan, verbeteren hun fietsenstallingen of zorgen voor extra faciliteiten als douches, kleedkamers of fietspompen. De basis is snel gelegd. De vervolgstap is iets ingewikkelder: het daadwerkelijke fietsen. Want zodra het een beetje regent zijn werknemers snel geneigd om weer de auto te pakken.

Gewoontes doorbreken

Het bewerkstelligen van nieuw gedrag is één van de moeilijkste dingen die er zijn. Veel van wat we doen komt voort uit gewoonten. Even met de auto naar de supermarkt of naar de sportschool. Niet omdat we dat bewust doen, maar omdat we dat zo gewend zijn. Vooral als we het druk hebben, vallen we meer dan anders terug op gewoonten. Het lijkt dat ons cognitief brein dan maar beperkt ruimte heeft. Dat geldt ook als het gaat om woon-werkverkeer. De keuze om de auto te pakken, met het openbaar vervoer te reizen, te fietsen of te wandelen, maak je veelal uit gewoonte. Simpelweg omdat je niet anders gewend bent.

"Vooral als we druk zijn worden gewoontes versterkt."

Hebben we het over fietsen specifiek dan weten we allemaal dat fietsen naar het werk gezond én goed voor het milieu is. Maar als je gewend bent om snel op het laatste moment in dit auto te springen is deze gewoonte lastig te doorbreken. Vooral als we druk zijn worden gewoontes versterkt. Onze cognitieve capaciteit gaat dan uit naar andere taken. Denk aan ontbijten, douchen, wat doen we aan en oh ja, nog even snel met de hond. Hoe drukker ons programma, hoe sneller we terugvallen in eenvoudige gewoontes. Het pakken van de auto is hier een voorbeeld van.

"Copy Cats"

Daar komt nog bij dat wij vaak onbewust “copy cats” zijn. Gaat een groot deel van je collega’s met de auto naar het werk, dan stimuleert dit niet het gebruik van een ander vervoersmiddel zoals de fiets. Andersom geldt gelukkig ook. Hoe meer collega’s fietsen hoe meer wij geneigd zijn hetzelfde te doen.

"Hoe meer collega’s fietsen hoe meer wij geneigd zijn hetzelfde te doen."

Blijvend stimuleren

Wat kan hardnekkig gewoontegedrag dan doorbreken? Onderzoek wijst uit dat een beloning kan zorgen voor een eerste prikkel. In het geval van fietsen een prikkel om vaker de fiets in plaats van de auto te pakken en de eerste stap te zetten naar gedragsverandering. Met een eenmalige beloning loop je wel het risico dat het fietsen geen langdurige kwestie is.

"Mensen willen zich van nature houden aan hun uitgesproken intenties."

Duurzamer is het om je fietsrit vast in te bedden in je wekelijkse schema. En dit ook zo aan te geven van tevoren. Dus laat een werknemer aangeven dat bijvoorbeeld elke maandag zijn of haar fietsdag is. Mensen willen zich van nature namelijk houden aan hun uitgesproken intenties. Nog beter als ze onderling afspreken om met een collega te fietsen. Hier geldt hetzelfde als met sporten. Iemand anders laat je niet graag in de steek.

Motivatie om te fietsen

Intrinsieke motivatie cruciaal

Om blijvend te stimuleren is het slim om daarnaast in te spelen op iemands intrinsieke motivatie. Dat kan bijvoorbeeld door het geven van positieve feedback. “Wat goed dat je weer op de fiets bent gekomen”. Maar ook in de vorm van een terugkerende beloning zoals punten of het aantal verbrande calorieën. Punten waarmee iemand kan sparen voor een cadeau naar keuze. Inzicht in het aantal verbrande calorieën kan iemand helpen om af te vallen als dat het doel zou zijn. De intrinsieke motivatie is vanzelfsprekend per medewerker verschillend. Als een werkgever daarom op de hoogte is van het persoonlijke doel kan hij of zij hier als organisatie ook beter op inspelen. Met de juiste maatregelen kan “af en toe fietsen” zo veranderen in regelmatig fietsen.

"Intrinsieke motivatie is per persoon verschillend. Speel hier als werkgever op in"